Duurdere elektriciteit kan nog jaren aanhouden, maar er is beterschap in zicht: “Hier gaan we met z’n allen van profiteren” Elektriciteit wordt duurder en dat zal nog een paar jaar zo blijven. Maar er is licht aan het einde van de tunnel. “Hier gaan we met z’n allen van profiteren.” Zo’n tien euro per maand, per gezin: zoveel duurder wordt elektriciteit in 2025. Dat is een gevolg van de stijging van de kosten voor de verdeling van de stroom, goed voor een derde van de totale kostprijs. De energieregulator VREG had gezegd dat die kosten in 2025 met 23 procent zouden stijgen, maar dat wordt nu 31 procent. Voor gas is er beter nieuws: de nettarieven op de factuur voor aardgas zouden in 2025 stabiel blijven. Volgens de VREG mogen die tarieven met 2 procent dalen, goed voor een korting van een paar euro’s. De stijging van de stroomprijs komt er dan weer vooral door de forse toename van de tarieven van Elia, het bedrijf dat instaat voor de verdeling van elektriciteit. Er zijn ook kosten gemoeid met de groenestroomcertificaten die worden uitgereikt aan mensen en bedrijven die groene stroom opwekken. En dan is er ook nog de hogere rente: beschrijven als Elia en Fluvius – dat het net van elektriciteit en aardgas beheert – moeten hun investeringen bekostigen met geld dat ze deels lenen. En als die leningen duurder worden, betaalt de eindgebruiker de factuur. Voor de definitieve bedragen is het wachten tot december, wanneer de VREG de voorstellen van de tarieven van de distributienetbeheerders heeft goedgekeurd. Die netbeheerders zeggen nu al dat ze te weinig inkomsten hebben om hun kosten te dekken. Volgens Joannes Laveyne van het Elektrisch Energie­laboratorium van de UGent, staat sowieso vast dat elektriciteit duurder wordt. “Tot nu toe waren de vaste kosten voor de productie van elektriciteit laag: alle infrastructuur staat en ligt er, het kost vooral veel om alles te laten draaien. Maar nu we de overgang maken naar hernieuwbare energie, gaan die vaste kosten de hoogte in: er moet massaal geïnvesteerd worden in kabels, transformatoren, windmolens en mogelijk zelfs kerncentrales. Maar eenmaal we die infrastructuur voor hernieuwbare energie hebben, zal die kostprijs dalen.” “Nu we de overgang maken naar hernieuwbare energie, gaan de vaste kosten de hoogte in: er moet massaal geïnvesteerd worden in kabels, transformatoren, windmolens en mogelijk zelfs kerncentrales” Tien à vijftien jaar “Dat geldt ook voor de uitbouw van zonne-energie. België is trouwens te klein om al zijn energie uit hernieuwbare bronnen op eigen bodem te halen, dus moeten we ook naar de omringende landen kijken. Maar je moet toch rekening houden met een periode van tien à vijftien jaar waar we doorheen moeten. Vergelijk het met de renovatie van een woning: die nieuwe dakisolatie, ramen en warmtepomp verdien je pas terug over een aantal jaar. Dat geldt ook voor zonnepanelen, al zijn die tegelijk de oplossing en een deel van het probleem. Om al die zonne-energie op te slaan, moet je investeren in je elektriciteitsnet.” Investering Volgens Joannes Laveyne komt het erop aan de prijsstijging niet als een kost te zien, maar als een investering. “Kijk naar de Oosterweelverbinding, waarvan nog maar net bekendraakte dat de kostprijs boven de tien miljard zal uitkomen. Dat is enorm veel geld, maar de voorspelling is dat het voor iedereen een meerwaarde zal geven. Grote projecten vallen altijd duurder uit dan verwacht; kijk naar het energie-eiland voor de Belgische kust dat mogelijk zeven miljard euro gaat kosten. Zo’n eiland bestaat vooral uit kabels en transformatoren die zelf gestegen zijn in prijs. Maar een deel van die kabels en transformatoren wordt ook in België gemaakt; dat is een investering in jobs. Die overstap op hernieuwbare energie is een must. En hoe sneller we erdoor zijn, hoe beter.” https://www.gva.be/cnt/dmf20241029_97121049